“Driekwart bank.” Gelukkig, de race gaat bijna beginnen. Mijn hartslag gaat omhoog en de spanning zit al heel erg hoog. “klapje bakboord”. Dit duurt wel erg lang, waren we maar al gefinisht. Oké, niet zo druk maken, gewoon gaan, gaan, gaan en alles geven tot aan die 2000 meter lijn. Ik denk aan de afgelopen maanden waarin we hebben laten zien dat de dames club 8 hard kan varen. Bloed, zweet, blaren en tranen hebben wij doorstaan. We hebben trainingen gehad waarin je je afvroeg, waarom ben ik ook alweer gaan roeien? Maar ook trainingen waarin je het gevoel hebt alsof je over het water vliegt. Ik weet dat we dit met z’n negenen gaan doen. Wij gaan vandaag alles geven om zo snel mogelijk over die finishlijn te gaan!
“Amstel, Phocas, Triton, Nereus, Gyas, Okeanos, opgelet…” Oké, daar gaan we!
“Driekwart, half, half, driekwart, heel”. En we zijn weg. Ik voel dat de hele boot alles geeft, het startje ging niet heel goed , maar de wilskracht is goed te voelen. Vervolgens rond de 250 meter lijn hoor je Daniël zeggen: “Dames jullie liggen tweede, ik wil naar die eerste plek, we gaan hem doorbouwen, na NU!” Met z’n achten gaan we aan, we pushen die benen omlaag en duwen het puntje voorbij de nummer 1. Ik zie in mijn ooghoeken dat we voorbij Amstel zijn en dat we poppetjes aan het pakken zijn van de andere boten. Dan naderen we de 750 meter lijn. Ik voel de verzuring in mijn benen, alles doet pijn en ik denk: Waarom in hemelsnaam ben ik gaan roeien? Maar gelukkig hebben wij onze Daniël, die dit ook aanvoelt en je hoort door de coxbox: “Dames jullie liggen eerste, maar ik wil die voorsprong uitbreiden, we gaan 20 warstrokes doen na NU!” Oké, nu geen zelf medelijden. We gaan hem vandaag pakken. Vanaf de kant hoor ik een peloton fietsers schreeuwen en ons aanmoedigen. We trappen die killerstrokes alsof het onze allerlaatste halen zijn en we vliegen over het water naar die 1500 meter.
Vervolgens zie ik dat Nereus oploopt en denk: NO WAY! En Daniël en die zeven andere meiden dachten precies hetzelfde want we gaan ons klaarmaken voor die eindsprint: “Oké dames, we zijn op de 1500 meter, we gaan hem opbouwen voor die eindsprint.” Daarna verandert zijn stem in iets dat alles uit jou weet te halen en hij roept: “eindsprint na NU, ALLES ERUIT!” We vliegen over het water en je ziet dat je helemaal over Nereus heen gaat. En dan is daar die zoemer. Het verlossende geluid van die finish en je weet dat je het met z’n negenen hebt gedaan en dat je eerste bent! Ik denk niet meer aan die pijn, de pijn die ik tijdens de race heb gehad, maar ik denk aan dat erevlot waar heel Phocas op ons staat te wachten en waar wij het verenigingslied gaan zingen. Foto’s worden genomen, bier wordt gedronken en felicitaties worden in ontvangst genomen. Je bent gelukkig en de volgende ochtend als je dan wakker wordt, dan ben je nog steeds ultiem gelukkig!